English

Zorgen voor harmonie in het familiebedrijf

Op onze nieuwe website, die sinds enige weken in de lucht is, kunt u rechtsboven op de homepage een knop vinden waar u, als u op deze knop klikt, het DNA van Boardtrust en haar consultants kunt vinden. De Boardtrustkenner zal het wellicht opvallen: er staat een kenmerk niet tussen. Een DNA-streng die voor ons zo vanzelfsprekend is dat ze het gesprek over ons eigen DNA en daarmee deze pagina niet eens gehaald heeft. Dat gaat over zorgzaamheid.

Zorgzaamheid, onze verborgen drijfveer.

Zorgzaam zijn is wat wij graag doen. Natuurlijk zijn wij een commerciële organisatie, maar we zijn vanuit ons hart gedreven om zorgzaam te zijn, om te helpen. En onze klanten gelukkiger te maken. Gelukkig met onze oplossing(en) of ideeën. Zorgzaamheid komt in het bijzonder naar voren wanneer we te maken krijgen met DGA’s of families met gedoe. Met ziel en zaligheid een bijdrage mogen leveren aan het terugbrengen van de harmonie in een familiebedrijf. Meedenken, adviseren, hoe de harmonie in een familie te bewaken. Velen van u zullen iemand kennen, een familie kennen, of via via iemand kennen die in een schrijnende situatie is terechtgekomen met de familie of familieleden. En dat allemaal door dat verdomde (familie)bedrijf.

Op hoop van zegen.

Geregeld zien we dat opvolgingsvraagstukken niet geagendeerd zijn maar dat wordt gerekend (of gehoopt) op een soort natuurlijke overgang. Klinkt misschien plezierig, maar is 100% zeker een broeinest voor familieproblematiek. De aanname is, ‘het is de zoon of dochter, het heeft dezelfde achternaam, het kent alle in en outs van het bedrijf (door de gesprekken aan de keukentafel) dus het komt wel goed’. Soms gaat dat goed, veel vaker loopt dit uit op –op zijn zachtst gezegd – gedoe. Gedoe dat prima te voorkomen is. Het minste wat u als DGA kunt doen is er een proces van maken. Ja, misschien wel net als in een corporate bedrijf of zoals onze klanten vaak plegen te zeggen: ‘een normaal bedrijf’. Hoe waardevol zou het zijn om de kandidaat opvolger eens een assessment te laten doen. Als hij of zij een positie bij het bedrijf ambieert, misschien wel als de opvolger van vader of moeder, welke kwaliteiten brengt hij of zij mee en wat moet echt nog ontwikkeld worden? En hoe dan? Dat is ook een belangrijke vraag.

Oordeelsvorming.

Het beantwoorden van deze vragen zit zo dicht bij het beoordelen van iemands persoonlijkheid en professionaliteit, van iemands krachten en zwaktes dat iedereen het bij het lezen van dit stuk op de klompen aanvoelt dat daar enige objectiviteit voor nodig is. Hoe fijn zou het voor een ouder om dit traject niet zelf te moeten doen met het kind waarvan zo wordt gehouden? Want bent u wel echt zo eerlijk? Of misschien wel veel te streng omdat het om uw kind gaat? En wie is er eigenlijk geholpen met deze te zachte of te harde aanpak? Niet het kind en ouder. Ook het bedrijf niet overigens.

De vuile was.

Hulp van buitenaf lijkt in dit soort situaties in eerste instantie soms bedreigend. De vuile was of de kern van de familie en bedrijf blijft immers beter achter hermetisch gesloten ramen en deuren verborgen. Het is echter de beproefde manier om dit soort, voor zowel bedrijf als familieleden levensbepalende, keuzes goed te maken en te effectueren. Hierbij kan ook een Raad van Advies of Raad van Commissarissen (overigens verplicht bij geplaatst kapitaal van 16 miljoen euro, het hebben van een OR bij minimaal 50 werknemers in dienst) van rustgevende waarde zijn. Gelukkig zien onze klanten steeds vaker het voordeel in van een dergelijke ‘toezichthouder’. Tegelijkertijd wordt hier nog steeds door sommigen, eigenlijk velen, lastig tegenaan gekeken. Nee, het zijn geen bemoeizuchtige types maar mannen en vrouwen die meedenken, adviseren en………..soms gesprekken voeren die je niet als ouder of kind met elkaar wil voeren.

Ter illustratie.

Bijvoorbeeld het familiebedrijf (750 medewerkers) waar ik onlangs mee sprak en waar één van de drie kinderen die in het familiebedrijf werkzaam zijn, haar broer moest ontslaan omdat hij iets deed waar de gemiddelde werknemer ook voor ontslagen zou worden. Nu mocht zusterlief dat doen en wat vond zij dat verschrikkelijk. Het hebben van een RvC had haar geholpen, had haar kunnen adviseren, had gesprekken voor haar kunnen en in dit geval ook moeten voeren. Nu bevindt zij zich in een spagaat en heeft zij geen enkel klankbord. Haar broer is boos, haar ouders, die niet meer werkzaam zijn in het bedrijf, ook. En ja, nu ziet ze de waarde van een RvC zeker in. Maar eerst het gedoe met broer, ouders en de andere broers die nog in het familiebedrijf werken managen. Oh ja, en natuurlijk het bedrijf leiden……….

Lieve ouders, opa’s en oma’s, ooms en tantes, neven en nichten, broers en zusters. Denk niet dat het jullie nooit overkomt. Dat dachten die anderen allemaal ook en die zien en spreken elkaar nooit meer. Doe alles om dat te voorkomen!


Meer weten?

Ron Nap helpt je graag verder.

Ron Nap

Founder