Bijna elke directeur ligt weleens wakker met de vraag: hoe vind en bind ik de mensen die de volgende fase van groei mogelijk kunnen maken voor mijn organisatie?
Dat kan met behulp van een bureau, maar uiteraard kan dit ook zelf worden gedaan. Hoe begrijpelijk ook; kijk daarbij verder dan het CV en de inhoudelijke achtergrond. Zorg juist voor een match op DNA-niveau. Dat klinkt eenvoudig, maar dat is het niet. Wat dat uitdagend maakt leest u in deze nieuwsbrief, inclusief een aantal tips voor succesvol matchen op DNA in uw organisatie.
Zelfreflectie.
Het aantrekken van de juiste mensen is grofweg in te delen in vier fases. De eerste fase is bepalen wat u écht zoekt. Dat klinkt eenvoudig, maar in de praktijk blijkt het toch lastig te zijn. Daarvoor moet u zelfreflectief zijn over waar uw organisatie nu staat (reken uzelf hierbij niet te rijk), waar u met uw organisatie naartoe wilt en ook over wat u als bedrijf aankunt. Zelfkritisch en eerlijk zijn is in deze fase belangrijk want de nieuwe collega moet uiteindelijk zijn/haar weg weten te vinden in de huidige organisatie en context. Regelmatig horen wij van kandidaten dat hun nieuwe werkgever niet de echte context van het bedrijf heeft gepresenteerd maar een gewenste context.
Verbinding.
De volgende en tweede fase gaat over verbinden. Bent u in staat om niet alleen feitelijke aspecten van uw organisatie op tafel te leggen, maar durft u ook kwetsbaar te zijn over het DNA (vaak identiek aan uw eigen DNA overigens) van uw organisatie? Welke positieve aspecten heeft het bedrijfs-DNA en welke minder positieve kanten heeft het? Op dit niveau zoekt u naar de match en de verbinding met het DNA van de kandidaat. Wat zijn de raakvlakken, welke kracht (en uitdagingen) zitten er in de verschillen? Meestal neemt men het CV van onder naar boven door. Allemaal rationale feiten. Echter, iemand wordt niet aangenomen op basis van die feiten (hoofd), maar op basis van ‘het beste gevoel’ (buik).
Verleiding.
De derde fase gaat over verleiden. Goed opgeleide competente kandidaten kunnen het zich veroorloven om te kiezen waar ze gaan werken en waar ze niet willen werken. Ook zij bepalen hun keuze (onbewust) op basis van gevoel. Alle feitelijke zaken staan vermeld in het profiel en die zijn in deze fase al omarmd door de kandidaat. De kandidaat moet voelen dat men het fijn vindt dat er de moeite is genomen om langs te komen. Geef de kandidaat aandacht, wees op tijd, ga niet eerder uit het gesprek, lees van tevoren het CV door en heb oprechte interesse. Doe de telefoon uit (ook niet op trillen). Naast verleiden gaat het ook over oprecht onderzoeken of jullie bij elkaar passen. Het klinkt misschien vanzelfsprekend, maar in de praktijk is dit toch anders.
Eerlijk en transparant.
De laatste en vierde fase gaat over onderzoeken. Maak vragen, overpeinzingen en zorgen bespreekbaar mét de kandidaat en niet achteraf met een collega. Regelmatig vernemen wij van onze klanten dat er tijdens het gesprek vragen zijn opgekomen over de kandidaat, maar dat die vragen of gevoelens niet ter plekke zijn gedeeld met de kandidaat. Wij merken dat het zeer verhelderend werkt – en meestal een positieve afloop kent – als men dat later alsnog doet. Eerlijkheid duurt het langst.
4 tips voor succes
Kortom, matchen op basis van DNA is van belang voor een succesvolle, duurzame verbinding en tegelijkertijd minder makkelijk dan het klinkt. Hier een viertal tips om te matchen op basis van DNA!
Tip 1: Beschrijf de werkelijke situatie van het bedrijf in het profiel. Wees eerlijk over het heden en ambitieus over de toekomst. Dat is het plaatje waar een gewilde kandidaat op instapt. Gebruik hierbij eventueel het RAAD model.
Tip 2: Bereid u goed voor. Lees het CV grondig door en maak een analyse van de kandidaat door middel van internet. Wat wilt u echt nog weten op basis van deze feitelijkheden?
Tip 3: Wees oprecht en kwetsbaar in het gesprek. Deel uw DNA, normen en waarden, ambitie en zorgen en heb oog voor wat dat met de kandidaat doet. Is er een match op dit gebied? Dan is de kans groot dat u een match op DNA hebt gevonden.
Tip 4: Probeer niet te veel te ‘vinden’ maar onderzoek gevoelens en gedachten. Stel vragen, toets aannames en leg zowel twijfels als enthousiasme op tafel.